JORIS VAN SPAENDONCK

HET PROCES VAN DE KUNSTENAAR

Het materiële, veelal textiel, was, is en blijft belangrijk in het werk van Joris van Spaendonck. Takken, bloemen en bomen zijn bijzaak, hooguit een houvast. Verf en textiel zijn een onderwerp op zich geworden.

Het is al langer bekend dat toevallige vlekken en spatten op todden, jeans en schilderscanvas onderdeel kunnen worden van een werk van Joris.
Zijn experimentele karakter maakt dat hij vele materialen verzamelt in zijn atelier. Gevonden bij een legerdump, stalen van een stoffenleverancier of jeans van een kringloopwinkel.

CADEAUTJES

In eerste instantie slingeren ze schijnbaar achteloos in het atelier. Opnieuw hebben ze te lijden als Joris over de lappen heen loopt. Zogenaamd per ongeluk valt een pot verf of inkt over de lappen of de schilder smeert verfresten op de lappen af. Ook maakt hij met de lappen zijn kwasten, spalters en schildersmessen schoon. Stukken textiel die Joris van Spaendonck in een later stadium ‘’cadeautjes of atelier-relikwieën’’ noemt. Joris loopt langs deze ‘lappen’ en ineens ziet hij in een stuk jeans of canvas een structuur en kleur die hij nodig heeft in de compositie waaraan hij werkt. Hij knipt en scheurt en legt zo de collage bij elkaar. Als hij uiteindelijk de ideale compositie gevonden heeft, stikt hij de materialen aan elkaar. Het geheel wordt opgespannen en groeit verder in het atelier.